Dure transfers voetbalsterren
In het hedendaagse profvoetbal is het tegenwoordig gebruikelijk om miljoenen euro’s uit te geven voor een voetbalspeler. De Franse voetbalclub PSG deed de twee (tot nu toe) grootste aankopen en kocht Kylian Mbappé voor het astronomisch bedrag van 180 miljoen euro en voor Neymar legden ze zelfs 222 miljoen euro neer. Zijn deze nieuwe (jonge) voetbalsterren deze bedragen eigenlijk wel waard?
De duurste transfer in het profvoetbal
Neymar is tot nu toe de duurste voetballer van de wereld. De Franse voetbalclub Paris St Germain (PSG) kocht Neymar voor het bedrag van €222 miljoen. Dit bedrag werd betaald aan FC Barcelona. FC Barcelona herinvesteerde dit bedrag weer in twee nieuwe voetballers met een gezamenlijke waarde van € 225 miljoen. (Coutinho € 120 miljoen en Dembele €105 miljoen). De transfer van Neymar betaalde zich wel uit in nationaal succes doordat PSG eigenlijk elk seizoen eenvoudig kampioen wordt in de Franse nationale competitie. De vraag is echter of ze hier überhaupt Neymar voor nodig hebben, gezien ze met Edison Cavani, Thiago Silva, Verratti en natuurlijk Kylian Mbappé al beschikken over een meer dan uitstekende selectie. Dat je succes niet kan kopen blijkt in het voetbalseizoen 2018/2019 waar PSG in de 1/8 finales van de Champions League al werd uitgeschakeld door Manchester United.
Terugverdienmodel voetbaltransfers
Vaak wordt er bij de echte toptransfers gezegd dat mede dankzij shirtverkoop en verkoop van andere merchandise al een groot gedeelte van het transferbedrag gedekt wordt. Maar klopt dit wel? Bij de transfer van Cristiano Ronaldo naar Juventus schijnt het dat er binnen 1 week (!) meer dan 1 miljoen shirtjes van Juventus met de opdruk van Ronaldo zijn verkocht. Veruit het grootste gedeelte van de inkomsten van de verkoop van shirtjes gaat naar de producent van de shirtjes, in dit geval Adidas. Naar schatting ontvangen clubs ongeveer 10 tot 15 procent voor de verkoop van een shirtje. Dus stel een shirt kost € 100, er worden er 1 miljoen verkocht en de club (Juventus in dit geval) mag 12,5% houden. Dan levert dit de club dit dus € 12,5 miljoen op. In dit rekenvoorbeeld betekent het dat een club dus 8 miljoen shirts moet verkopen om de transfersom terug te verdienen en dan hebben we het nog niet eens over het ‘’terugverdienen’’ van het salaris. De echter waarde en daarmee het terugverdienmodel zit het veelal in de aantrekkingskracht van voetbalclubs met populaire voetbalsterren. Commerciële partijen en/of sponsors binden graag hun naam aan een populaire voetbalclub, maar nog liever aan een populaire voetbalspeler. Hierdoor worden de clubs, zeker als ze ook beurs genoteerd zijn zoals Juventus zelf ook veel meer waard.
Waarom worden transfers steeds duurder?
Waarom transfers steeds duurder worden heeft te maken met een mix van een aantal factoren. Uit de Premier League in Engeland is het bekend dat de TV gelden die de clubs ontvangen zo hoog zijn, dat ze over voldoende financiële middelen beschikken om veel geld neer te leggen voor vaak middelmatige spelers. Promoveren naar de Premier League levert 2x zoveel geld op als de Champions League winnen! Behalve de TV gelden worden ook de zaakwaarnemers steeds belangrijker en vooral steeds inhaliger. De bekendste zaakwaarnemer is Mino Raiola die naar het schijnt 27 miljoen euro ontving voor de transfer van €105 miljoen van Paul Pogba van Juventus naar Manchester United (bron: Football Leaks). Een derde verklaring voor de steeds hogere transfersommen is Social Media. Social Media is een snelle manier van (online) marketing waardoor een voetballer zichzelf als een merk neer kan zetten en daarmee zichzelf nog interessanter maakt voor commerciële partners en zoals we in de vorige alinea bespraken er een interessanter en sneller terugverdienmodel is dan voorheen. Een andere reden is dat er steeds meer landen buiten Europa investeren in voetbal. Met name in China smijten ze met hoge salarissen, zo verdient een Grazione Pelle die met alle respect geen top-100 voetballer is, om en nabij de €15 miljoen per jaar in China. Maar ook in het midden oosten (bijvoorbeeld Sneijder) en in Japan (bijvoorbeeld Iniesta) worden hoge salarissen betaald waarmee andere met name Europese clubs moeilijk kunnen concurreren.